Het volgend verhaal kreeg ik toegezonden en is een mooi voorbeeld van een “betrapt natuurwezen” dat aan het licht kwam met een fotoflits.
In 2001 – ik was toen 11 jaar oud- ben ik met mijn vader en mijn zusje, die toen slechts 4 jaar oud was, naar Normandië in Frankrijk geweest. We gingen er heen voor 2 nachten en dagen om de oude bunkers en slagvelden uit WOII te bezichtigen.
De eerste dag hebben we (als ik me alles goed herinner) de graven bezocht van gevallen soldaten en een museum.
Op dag twee zijn we naar een van de welbekende stranden geweest om de bunkers te bezichtigen. Terwijl wij door de duinen heen liepen zag mijn vader, avontuurlijk als hij is, half weggestopt onder zand en onder allerlei takken een ingang om een bunker in te gaan. De traptreden waren niet zoals ze ooit geweest waren, en mijn vader had dan ook een tamelijke klus om ons te helpen afdalen de bunker in. Het was duidelijk dat deze bunker een beetje ‘vergeten’ en vervallen was ten opzichte van de anderen die nog makkelijk toegankelijk waren.
In de bunker was het tamelijk donker, er kwam alleen licht vanuit de kant van de trap, en vanuit de andere kant van de bunker, waar ongetwijfeld ook ooit een trap gezeten moet hebben.
Onder ons was een groot gat, helaas konden we er niet goed in kijken omdat er dus geen licht was. Mijn vader pakte daarom zijn fotocamera, zodat we met de lamp voor de flits die ruimte beter in konden kijken. Toen hij zijn flitslamp aanzette, zagen wij iets wat ik tot op de dag van vandaag niet kan plaatsen. In het midden van de ruimte stond een soort pop, hij was ongeveer 1,30 lang en had de kledij van een traditioneel Frans boertje. Over zijn schouder had hij een schop, of pikhouweel of iets dergelijks. hij had geen echte pose zoals een normale tuinkabouter dat heeft, hij had voet iets voor de andere staan en stond in een houding alsof hij van de ene naar de andere kant van de ruimte aan het oversteken was. Hij was ook niet geglazuurd zoals een tuinkabouter dat is. En ook had hij geen glimlach of iets van dien aard op zijn gezicht, dit alles maakt dat het absoluut geen traditionele tuinkabouter kan zijn. Daarbij ‘keek’ hij ook onze kant op, bijna alsof we hem betrapt hadden. Om hem heen op de grond lagen kleine potjes, pannetjes en ander klein grut, waarvan ik helaas niet goed weet wat het is, omdat het zo donker was.
Mijn vader bleef kalm, maar heeft ons direct de bunker uitgeloodst. We zijn niet verder de duinen in gegaan, maar liepen -bijna op bevel van mijn vader- terug naar de auto en we zijn weggereden.
Toen ik hem later vroeg of ik de foto mocht zien (ik dacht dat hij die had gemaakt na het gebruik van de flits) vertelde hij me dat hij geen foto gemaakt had, omdat we anders niet de bunker uit gekomen waren. U zult van me aan moeten nemen dat een reactie zoals deze niets is voor mijn vader, die ik ken als de nuchterheid zelve, zonder geloof in iets spiritueels van welke aard dan ook. Ook is mijn vader absoluut niet iemand die bang is, getuige ook zijn lidmaatschap destijds bij de NATRES.
Ik kan wel bevestigen dat de sfeer in de bunker zeer beklemmend was, zeker na het zien van dit mannetje, die ik weiger als kabouter te omschrijven, want dat was hij absoluut niet.
Natuurlijk heb ik geprobeerd een rationele verklaring voor dit alles te vinden: Het was gewoon een soort tuinkabouter die iemand daar had neergezet.
Dan rijzen er echter een aantal vragen bij me: Wat verklaart de houding en kleding van deze tuinkabouter? Waarom was er maar ééntje in de bunker? Waarom staat er een in zo’n verlaten oude bunker? Waarom lag er allemaal klein grut om hem heen? Hoe is het iemand gelukt een stenen/porseleinen/terracotta tuinkabouter van ongeveer 1,30 onbeschadigd die bunker in te krijgen?