Huisbeheer
Materie herordenen tot een gebouw
Bouwen is medescheppen
in de grote baarmoeder van het door jouw herkende universum
alleen wie ben jij wat je neerzet?
Het eigen idee,
het verlengstuk van het idee van anderen?
Of de baarmoeder, of de reageerbuis,
de man of de vrouw.
Of het bewustzijn dat dat allemaal waarneemt, volgt, gevolg geeft,
aan de grote orde,
die dwars door alles heen stroomt.
en steeds maar schept, neemt, schept, neemt
doorstroomt,
is
waarin wij kunnen bouwen
en…
Als kind ging ik veel naar de nieuwbouw in ons dorp om op de bouwplaatsen spijkers te zoeken en daar mijn eigen hut mee te bouwen. Ik herinner me nog goed die glimmende afgedankte kromme spijkers die ik met een grote hamer recht sloeg. Thuis op het boerenerf was plaats genoeg om je wildste fantasieën vorm te geven. In bomen, op verborgen plaatsen en op het water rusten je creaties van hout, vloerkleden, ramen en golfplaten. En dank zij de slordigheid van de bouwers had ik spijkers om het hout te ordenen, dat gek genoeg ruim voorhanden was op ons erf.
Al enkele weken ben ik nu weer bezig met bouwen: het opbouwen van een werkruimte uit een oude houten keet die al meer dan drie jaar op het erf ligt. Mijn vriend komt af en toe helpen met zijn timmerman. Verbaasd kijk ik naar het gedrag van deze bouwvakker. Hij plast overal rond de bouwplaats en dumpt niet gebruikte spijkers en afval argeloos rond de bouwplaats. “Dat hoort nu eenmaal bij de gedragscode van een bouwvakker”, is zijn onschuldige verweer.
Het is net of dit ongestructureerde bij het bouwen hoort. Als je een constructie in de ruimte plaatst, als het ware de ruimte wilt ordenen, moet er ook onbewust wanorde zijn, de chaos, die je veroorzaakt en achterlaat op de aarde. Beide polariteiten zijn op de bouwplaats aanwezig. Ik heb me dan maar voorgenomen om thuis het afval steeds op te ruimen, zodat de aarde òm de geordende ‘opstand’ in elk geval materieel zuiver kan blijven.
Gebouwen hebben me mijn hele leven gefascineerd, vooral de 17e eeuwse bouw. In mijn geboortedorp Giessen-Oudekerk stonden langs het riviertje de Giessen nog tientallen boerderijen uit deze prachtige bouwperiode. Ik tekende de hofsteden, probeerde de oude inrichting te reconstrueren en bovenal een verhaal te maken van de bewoners. Mijn voornaamste doel was onderzoeken en schrijven in het blad ‘De Kroniek’ van de lokale historische vereniging. Daarbij had ik een uitstekende bron in mijn dorp: een bejaarde ambachtsman, die in de volksmond ‘Jantje Antiek’ heette. Een poldermolenaar, timmerman, architect en klokkenmaker die een ware schat aan oude handgereedschappen bezat. Echt een man met gouden handen maar vooral met een geheugen dat feilloos uitspraken van zijn grootouders kon reproduceren.
Ik was verbaasd over zijn aandachtige en nauwgezette ambachtskunde. Een kunde die nu in de grote bouw overbodig is, waar assembleren van voorgekookt materiaal de creativiteit van de bouwwerkers verdoofd. Een milieu waar zelfs de hamer aan het verdwijnen is en waar geweld overheerst: schietpistolen doen het werk en luidruchtige radio’s zorgen voor de arbeidsvitaminen. Rauw en grof in plaats van zacht en aandachtig, met gevoel en ruimte voor individuele creativiteit. Toch zijn er gelukkig nog bedrijven die wel aandachtig vakmanschap neerzetten.
Maar toch, modern bouwen is vernietigend evenals het geweld dat voorafgaat aan de bouw: alles wat de bouw in de weg staat, wordt rigoureus weg-gebuldozerd en de moerassige ondergrond wordt gepenetreerd met pijlen. West-Nederland heeft een ondergronds woud aan bomen en betonnen palen gericht naar het hart van de aarde. Of is deze destructie een onderdeel van de natuurlijke cyclus van komen en gaan, van opbouw en verval? En kan alleen maar wat nieuws ontstaan na de dodelijke omzetting?. Je kunt in elk geval wel zeggen dat aan de start van een bouwwerk een traumatisch sterven voorafgaat van de begroeiing, van grote en kleine dieren en van de natuurlijke verfijndheid van wezenswerelden. Het lijkt net op het traumatische overlijden van een mens die weer wakker wordt in een ander huis, mogelijk in een ander lichaam. En zo krijgt het geweld door ons onverlichte bewustzijn nog steeds vorm op deze fantastische planeet.
Het huis als levensschil
Bouwen fascineert me en bovenal wat gebouwen doen met ons welzijn en bewustzijn.
Zo ben ik vandaag bij een verbouwde Brabantse boerderij geweest. De eigenares vertelde me dat het huis niet goed voelde en haar onrustig maakte. Ze gaat niet graag naar bed en komt er moeilijk uit. Ze vertelde me ook dat de vorige bewoners drie jaar aan het verbouwen zijn geweest en toen de klus geklaard was gingen scheiden! In het huis gaan motoren stuk, relaties wisselen, veel dieren zijn na de verhuizing gestorven en intermenselijke spanningen treden op. En alsof dat nog niet genoeg is, heeft een vroegere bewoonster haar verteld dat er een vloek rust op het huis.
Nu zag het huis er picobello uit maar het voelt niet zo! Het is er donker met een nemende energie die bewustzijnsverlagend werkt. Op energetisch vlak doorkruist een breuk het achterhuis en neemt deze donkere stroom overdag de levensenergie weg en stoot ‘s nachts de ‘onderwereld’-rommel uit. Op subtiel niveau had het huis een laag bewustzijn, lager dan dat van de bewoners. De plek was door menselijke gebeurtenissen in het verleden getraumatiseerd tot offerplek. Maar dat was niet op een materieel niveau te zien: het huis zag er als een plaatje uit. Voor de duidelijkheid: de subtiele fenomenen zijn op deze plek niet slecht maar een gevolg van menselijk handelen, wat weer een gevolg kan zijn van wat er reeds aanwezig was.
In dit voorbeeld herken ik dat mensen hier wel met aandacht het huis hebben gerenoveerd maar de dominantie van de plek niet weg hebben (kunnen) nemen. Het is nu voor de bewoners zaak om deze plek bewust te transformeren met behulp van geomantische inzichten zoals verbinden, stromen en verlichten door liefde en aandacht te geven.
Bouwen is daarom meer dan het vinden van een juiste plek, het bouwen van de juiste vorm en het werken met de juiste materialen. Maar het is ook op de goede manier ermee omgaan. Het ordenen in een reeds geordende wereld, ook al lijkt deze nog zo chaotisch. Chaos is eigenlijk: nog niet door ons herkende orde. In het genoemde voorbeeld kan de plek voor de vrouw een onbewust patroon materialiseren waaraan ze zelf deelgenoot is geweest in een andere tijd. En waarom zou je je eigen leermeester verbannen of door anderen laten veranderen?
We kennen in de geomantie vele mogelijkheden om energetische aanpassingen aan te brengen, maar preventief werken blijft belangrijk. En is bewustzijn niet ons meest verlichte werktuig?
Intuïtief ordenen
Laat ik eens verder gaan met mijn eigen bouwactiviteiten: het plaatsen van een ontmoetingsruimte achter het huis. Het terrein grenst aan een oude hoogstamboomgaard. Ik leer er mijn groepen graag hun afstemming op de subtiele werkelijkheden te verfijnen. De bouwplaats is een cementen plating waar mijn grootvader in de dertiger jaren een kippenfarm (kippenhok??) voor leghennen heeft gebouwd. Deze schuren zijn na de oorlog afgebroken en mijn vader gebruikte de ruimte voor de opslag van bouwhout. Hij had de gewoonte om bouwhout van heinde en ver te halen en te gebruiken voor de bouw van zijn bedrijfsruimten. Het hout was inmiddels door de elementen veraard en bramen woekerden tussen het wegkwijnende hout. Op het eerste gezicht geen aanlokkelijke bouwplaats. Mijn eerste daad was om al het afval te verwijderen. Daar kwam veel afvalenergie bij vrij en die moest afgevoerd worden. Na enkele weken was de bouwplaats weer schoon en kon het opbouwen van de energie plaatsvinden.
Nu bezoek ik elke week mijn beste vriend die in Den Haag woont en elke keer neem ik van het strand bij Kijkduin twee zakken zand mee terug: een zak met schelpen van de waterlijn en een zak duinzand uit de zeereep. De ene week brengt het wezenlijke mij intuïtief op de ene plek en de andere week weer ergens anders. De laatste keer kon ik beide zakken in de vloedlijn zetten, zodat de zee haar nog extra energie meegaf. Thuis verspreid ik deze giften van de zee al zaaiend in een lemniscaat over de bouwplaats. De energie is voelbaar aan het veranderen en de verbinding met de kosmos verbetert. Als de houten fundering is aangebracht voeg ik extra zand en schelpen toe en accentueer het midden met een kristal en giften van bezoekers. M’n werkwijze is meer intuïtief dan vooropgezet, meer een proces dan een systeem. Volgen wat kan en mag is mijn leerschool in plaats van werken volgens een vast geomantisch systeem en eenzijdig mijn wil opleggen aan wat is.
Oude bouwtradities
De oude bouwscholen hadden elk zo hun eigen werkwijze. Als reïncarnatietherapeut was ik al meer geïnteresseerd in het herontdekken van de oude kennis van geomant-bouwmeesters dan in traumata van sterfervaringen. Mijn onderzoek richt zich op geomanten wiens interesse in het vakgebied een uitkristallisatie is van hun oude weten. Drie diepteonderzoeken vinden plaats.
Het eerste, reeds afgeronde onderzoek gaat over een benedictijner kathedraalbouwmeester die opgeleid werd door met name Tempeliers in een nog bestaand klooster in de Pyreneeën en die daarna de bouwenergetische begeleiding deed van de bouw van een kathedraal in het Zuidfranse Toulon.
Het tweede onderzoek gaat over een monnikbouwmeester van de prachtige, welluidende achthoekige kapittelruimte van de kathedraal in het Engelse Wells. Deze monnik werd opgeleid door een rondreizende druïdebouwmeester.
Het derde project betreft een bouwmeester van de stenen voorganger van de huidige kathedraal van Chartres. Hij werd, na enkele jaren gebouwd te hebben, leraar aan de Bouwschool van Chartres. Deze school beschouw ik als het hoogtepunt van de westerse geomantie. Alle beschikbare oude kennis werd daar verzameld, toegepast en omgevormd tot een eigentijdse creatie.
Opmerkelijk vind ik de verschillen in afstemming op de subtiele omgeving zoals de ondergrondpotentie, de bovenlagen in de atmosfeer, de omgevingskwaliteiten, de bouwvormen en vooral de bouwwijzen. Sacraal bouwen was meer dan het leren omgaan met de materie. Het was bovenal het werken, afgestemd op hetgeen achter de materie zit, het subtiele, het wezenlijke. Niet alleen het idee vorm geven maar ook het hoogste bewustzijn aarden, in samenhang met het zoeken naar het eigen Zelf.
De onderzoeken laten me een schat aan oude bouwtradities zien en maken ook mijn eigen geomant-bouwmeester weer wakker.
Een alombelevendiging.
….waar vind ik nog een omgeving
die betovert
die magnetiseert
energetiseert
die me verbindt met mezelf
die echt leeft
waar het leven niet weg is maar me omarmt,
me omgeeft en me wegneemt
waar ik me gemeenschappelijk voel
o leer me me-Zelf te laten leven
te creëren i.p.v. te reageren
de omgeving te herstellen
te belevendigen…
Belangrijke geomantische aspecten bij het bouwen
In deze tijd gelden nog steeds een aantal oude aspecten om te bouwen afgestemd op ruimte en tijd:
1 – de juiste keuze van de bouwplaats
2 – het voorbereiden en bouwrijp maken van de bouwplaats
3 – het te begrenzen perceel
4 – de vorm en de indeling van het gebouw
5 – de materialen die gebruikt worden
6 – het bouwmoment
7 – de bouw met haar wijdingsmomenten
8 – het schilderen en inrichten van het gebouw
9 – de huisinwijding
10- het gebruik van het gebouw
11- het onderhoud
12- het onbenoembare, het persoonlijke dat steeds gebeurt en zich meestal vanzelf manifesteert.
Tot in het begin van deze eeuw werden al deze aspecten nog als belangrijk ervaren en al of niet bewust toegepast.
De aspecten één t/m vier zijn op dit moment moeilijk toepasbaar in Nederland daar vrije keuze zeer beperkt is door talrijke voorschriften, in tegenstelling tot België waar recent nog meer mogelijkheden waren.
Er is momenteel in de bouwbiologie veel aandacht voor punt vijf en punt acht. Zelf vind ik punt 11, het onderhoud van een gebouw, in deze dynamische tijd ook heel belangrijk.
Het vinden van de eigen weg
Mijn volgende herbouwstap is het plaatsen van de bouwelementen naar energetische geaardheid: welke kant hoort energetische bij de andere kant, zodat de energie stroomt in plaats van botst. De ruimte ‘moet’ open horizontale verbinding met buiten krijgen zonder barrière. Elke zijde heeft een raam met eigen licht en het grootste raam komt op het noorden.
Het huisje had oorspronkelijk een bitumen dakbedekking maar dat voelt voor de kosmische doorstroming niet zo goed. Het is nu zoeken naar materiaal dat instroom van en doorstroom naar boven toelaat. Pannen voelen eigenlijk het beste. Het liefst zou ik de ouderwetse zuid-europese holle en bolle pannen gebruiken die in Duitsland ‘Münchem’ en ‘Nünchen’ worden genoemd. De energie kan daar als een flow overheen en doorheen gaan.
Mijn volgende stap is de afwerking van binnen met leem, afgeschermde elektrische leidingen, een tegelkachel en dan uiteindelijk de inwijding met vrienden. Eigenlijk is elke handeling een inwijding in de materie, het aanraken wat hier is en belevendigen. Bijna letterlijk leven inblazen!
Maar of ik het nu echt leuk vind dat bouwen? Stof, zweten en onzekerheden ……. Het is echt stoffelijk bezig zijn. Het lijkt wel of ik meer mijn eigenheid aan het aarden ben, want in de materie kom je jezelf echt tegen. Mijn huisje is mijn leermeester en ik hoop er nog veel van te mogen ervaren.
“Het huis is als een droom. Tot op heden waren huizen precies het tegendeel van een droom, indoctrinerend, dictatoriaal, onderdrukkend. In vroeger tijden toonden kerken en koningen er hun macht mee. Zelfs de platte woonhuizen van de Bauhuis-architectuur demonstreren macht, de macht van de machine en de zinlosheid om er individueel tegen in opstand te komen. Voor mijn huis staan mensen met open mond; ze geloven niet dat een droom werkelijkheid is geworden.”
architect/kunstenaar Friedensreich Hundertwasser.